De gebruikelijkloonregeling in 2024: een overzicht
De gebruikelijkloonregeling is van toepassing op personen die werken voor een vennootschap waarin zijzelf of hun fiscale partner een aanmerkelijk belang hebben. Een aanmerkelijk belang houdt in dat men 5% of meer van de aandelen bezit, rechten heeft om aandelen te kopen of winstbewijzen heeft.
De fiscale partner kan de echtgenoot, geregistreerd partner, of iemand zijn waarmee de aanmerkelijkbelanghouder op hetzelfde woonadres staat ingeschreven. Verschillende voorwaarden, zoals notarieel samenlevingscontract of geregistreerd partnerschap, bepalen of zij fiscale partners zijn.
Het gebruikelijk loon van de aanmerkelijkbelanghouder moet passend zijn voor zijn werkzaamheden. Dit loon moet ten minste gelijk zijn aan het hoogste van de volgende bedragen: 100% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking, het loon van de meestverdienende werknemer van de vennootschap, of een jaarlijks vastgesteld minimumbedrag (voor 2024: €56.000).
In sommige gevallen mag het loon lager zijn, mits aannemelijk gemaakt wordt dat het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking lager is. De bewijslast ligt hierbij dus bij de werknemer/aanmerkelijk belanghouder. Bij deeltijdwerk of structureel verlies van de onderneming kan het loon eveneens aangepast worden. Een belangrijke wijziging is dat het gebruikelijk loon nu wel lager mag zijn dan het wettelijk minimumloon, vooral relevant voor startups.
Voor startende ondernemingen geldt een mogelijkheid tot drie jaar lang een lager loon, onder voorwaarden. Het versoepelde regime voor innovatieve startups, waarbij het wettelijk minimumloon als gebruikelijk loon gold, is echter per 2023 vervallen. Bestaande gevallen die voor het eerst in 2021 of 2022 van dit regime gebruikmaakten, kunnen dit maximaal drie jaar blijven doen.
Bij werken voor meerdere concernonderdelen mag het gebruikelijk loon gebaseerd worden op alle werkzaamheden voor het concern. Als het loon niet hoger is dan €5.000, zijn er geen loonheffingen verschuldigd. Alle loonbestanddelen, inclusief loon in natura en bonussen, tellen mee bij het bepalen van het gebruikelijk loon.
Ontvangt de aanmerkelijkbelanghouder een lager loon dan gebruikelijk, dan wordt het verschil beschouwd als fictief loon waarover loonheffingen berekend worden. Zelfs als er geen loon ontvangen wordt, moet het gehele gebruikelijke loon als fictief loon behandeld worden.
Voor zekerheid over de hoogte van het gebruikelijk loon kan men een verzoek om vooroverleg indienen bij de Belastingdienst, waarbij relevante informatie moet worden verstrekt.
Wilt u hier meer over weten? Neem dan contact op met uw adviseur bij HLG.
Auteur: Carlos Apapoe, Partner