Om onnodige belastingrente te voorkomen, is het belangrijk om tijdig een verzoek in te dienen voor een (hogere) voorlopige aanslag Vennootschapsbelasting (Vpb) en/of Inkomstenbelasting (IB) voor het jaar 2023.
Belastingrente wordt in rekening gebracht als de Belastingdienst niet op tijd de voorlopige aanslag voor het vorige boekjaar kan vaststellen. Dit kan gebeuren als de voorlopige aanslag te laat is aangevraagd of als de uiteindelijke aanslag hoger uitvalt dan de voorlopige aanslag. Het is dus belangrijk om op tijd een verzoek in te dienen voor een voorlopige aanslag om belastingrente te voorkomen.
De rente begint te lopen vanaf 1 juli na het einde van het voorgaande boekjaar en loopt tot zes weken na de datum van de aanslag. Voor het boekjaar 2023 loopt de rente dus vanaf 1 juli 2024. Voor de inkomstenbelasting bedraagt de rente voor 2024 7,5%. Voor de vennootschapsbelasting is dit 10%.
Om belastingrente te voorkomen, moet uiterlijk vóór 1 mei 2024 een verzoek worden ingediend voor een (nadere) voorlopige aanslag Vpb/IB 2023.
Als de deadline van 1 mei niet wordt gehaald, is het verstandig om zo snel mogelijk alsnog een (nadere) voorlopige aanslag Vpb/IB aan te vragen om het verder oplopen van belastingrente te beperken.
Voor meer informatie of hulp bij het aanvragen van een voorlopige aanslag, kunt u contact opnemen met uw adviseur bij HLG.
Auteur: Els Herbrink, Belastingadviseur