Op 2 februari ging de Eerste Kamer akkoord met het wetsvoorstel Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (DBA). Met de invoering van deze wet verdwijnt de VAR vanaf 1 mei 2016. Wat houdt dit in voor opdrachtgever en opdrachtnemer? We zetten het voor u op een rij.
Wat is de Verklaring Arbeidsrelatie (VAR)?
In 2005 werd de VAR ingevoerd. Deze verklaring geeft opdrachtgevers vooraf zekerheid over de (fiscale) aard van hun relatie tot een inhuurkracht. Meestal is dit een zzp’er. De VAR geeft de opdrachtgever duidelijkheid over het al dan niet verplicht inhouden van loonheffingen door de opdrachtgever. De VAR geeft de opdrachtnemer duidelijkheid over de manier van verwerken van inkomsten in de aangifte inkomstenbelasting. Bijvoorbeeld als winst uit onderneming.
Wat gaat er veranderen?
Opdrachtgevers en opdrachtnemers leggen per 1 mei 2016 de overeengekomen werkzaamheden en voorwaarden vast in (model-)overeenkomsten. Deze zijn door de fiscus opgesteld of beoordeeld.
De opdrachtgever krijgt door deze modelovereenkomst vooraf zekerheid of hij loonheffingen in moet houden. Een paar van deze overeenkomsten staan al op de website van de Belastingdienst. U vind ze hier.
Er zijn drie soorten overeenkomsten:
- algemene modelovereenkomsten;
- voorbeeldovereenkomsten voor branches en beroepsgroepen;
- individuele overeenkomsten.
Het is niet verplicht deze overeenkomsten te gebruiken. U kunt ook zelf een overeenkomst maken, die u ter beoordeling voorlegt aan de fiscus. Mail uw overeenkomst aan alternatiefvar@belastingdienst.nl. Vermeld in uw mail:
- de naam van de opdrachtgever of de naam van de organisatie die de overeenkomst voorlegt;
- gaat het om een organisatie, meld dan wat voor organisatie het is (brancheorganisatie, intermediair);
- gegevens van de contactpersoon van de organisatie die de overeenkomst voorlegt zoals naam, adres, telefoonnummer en e-mailadres;
- of de overeenkomst voor een of meerdere opdrachtgever(s) bestemd is;
- legt de opdrachtgever of opdrachtnemer de overeenkomst voor, vermeld dan het fiscaalnummer (RSIN) of het BSN-nummer;
- een volledig en duidelijk overzicht van alle gemaakte afspraken;
- wat de overeengekomen werkzaamheden zijn en onder welke omstandigheden opdrachtnemer deze uitvoert;
- of de overeenkomst door bemiddeling tot stand gekomen is;
- (eventueel) geldende specifieke regelgeving of certificeringseisen.
Grootste verschil met de VAR
De VAR gaf zekerheid over de bron van inkomsten voor de opdrachtnemer (winst uit onderneming of resultaat uit overige werkzaamheden). Deze zekerheid verdwijnt. Pas als de fiscus de aangifte inkomstenbelasting van de opdrachtnemer beoordeelt, wordt bepaald of er sprake is van winst uit onderneming. Het werken volgens overeenkomst of beoordeelde eigen overeenkomst zegt dus alleen iets over de verplichting van de opdrachtgever tot inhouding van loonheffingen en dergelijke zaken. Het zegt niets over het ondernemerschap van de opdrachtnemer. Juist de medeverantwoordelijkheid voor een juist inhouding van belastingen en premies komt door deze nieuwe wetgeving verder te liggen richting de opdrachtgever.
Implementatietermijn
De invoering van het werken volgens (model-)overeenkomst heeft een implementatietermijn van 1 mei 2016 tot 1 mei 2017. In deze periode kunnen opdrachtgevers en opdrachtnemers hun werkwijze aanpassen an het werken met de nieuwe overeenkomsten. Tijdens deze periode houdt de fiscus weel toezicht, maar neemt geen (straf-)maatregelen als niet geheel volgens de overeenkomst wordt gewerkt. Wel zal de fiscus handhaven als er sprake is van overduidelijke fraude.
Overgangsregeling voor mensen die nu met een VAR werken
Werkt u met een VAR voor 2014 en/of 2015? Dan kunt u deze ook in 2016 gebruiken als de werkzaamheden onder dezelfde omstandigheden en voorwaarden plaatsvinden. In dat geval hoeft er geen nieuwe VAR voor 2016 te worden aangevraagd. Werken onder andere omstandigheden of voorwaarden gaat over bijvoorbeeld andere werkzaamheden, het ontstaan van een gezagsverhouding tussen opdrachtgever en opdrachtnemer, etcetera.
Werkt u voor 1 mei 2016 al onder andere omstandigheden of voorwaarden? Dan kunt u kiezen voor:
- het aanvragen van een nieuwe VAR die geldig is tot 1 mei 2016, of
- het gebruiken van een modelovereenkomst. Dit is nu al mogelijk.
Let op: de positie van commissarissen
De staatsecretaris van Financien gaf bij de behandeling van deze wijziging in de Tweede Kamer aan, dat commissarissen voortaan altijd onder de loonheffing vallen. Tijdens de behandeling van de Eerste Kamer op 26 januari 2016 is de staatsecretaris echter teruggekomen op dit standpunt. Hij heeft toegezegd om de fictieve dienstbetrekking voor commissarissen af te zullen schaffen: eerst via een beleidsbesluit en later via een aanpassing in e Wet op de loonbelasting. Voor commissarissen bestaat dan vanaf 1 mei 2016 geen fictieve dienstbetrekking meer. Er hoeft dan voor geen enkele commissaris meer loonheffing te worden ingehouden, ook niet in de situaties waarin nu geen sprake is van een VAR.
De exacte uitwerking van deze toezegging moet nog plaatsvinden. Wij nemen aan dat dit voor 1 mei gebeurt.
Vragen over de nieuwe wet?
Heeft u vragen over de nieuwe wet? Neemt u dan contact op met een van onze fiscale adviseurs.