De btw-herziening op investeringsdiensten op onroerende zaken is een onderwerp dat sinds kort in de schijnwerpers staat. Dit komt door de recente internetconsultatie door de Rijksoverheid. Het is een belangrijk thema voor ondernemers in de vastgoedsector, maar kan ook van toepassing zijn ingeval u als ondernemer een eigen bedrijfspand heeft. Bij HLG accountants en adviseurs volgen we deze ontwikkelingen op de voet en adviseren we ondernemers graag over de impact van deze veranderingen.
Wat houdt de btw-herziening in?
De btw herzieningsregeling is van toepassing op investeringsgoederen (roerende en onroerende zaken). De herzieningsregeling zorgt ervoor dat de btw die in aftrek is gebracht bij aanschaf, moet worden gecorrigeerd als het gebruik van het goed in de loop van de jaren verandert. Dit is het geval wanneer het investeringsgoed binnen de herzieningstermijn niet meer wordt gebruikt voor btw-belaste prestaties. De herzieningstermijn voor roerende zaken is vijf jaar en voor onroerende zaken tien jaar.
In de praktijk betekent dit dat ondernemers gedurende die termijn een administratie moeten bijhouden van het gebruik van de investeringsgoederen. Wanneer het gebruik wijzigt binnen deze periode, moet de ondernemer een deel van de in aftrek gebrachte btw terugbetalen.
Wijzigingen voor investeringsdiensten
In de internetconsultatie van 5 maart 2024, wordt voorgesteld om de herzieningsregeling met ingang van 1 januari 2026 uit te breiden naar diensten die betrekking hebben op onroerende zaken (investeringsdiensten). De consultatie is op 6 september 2024 verder toegelicht en aangevuld.
Het gaat hierbij om diensten voor het vernieuwen, reparatie, groot onderhoud of het vergroten van onroerende goederen. Een wettelijke definitie van investeringsdiensten volgt nog. Al wel duidelijk is dat doorlopende diensten niet snel als investeringsdiensten zullen worden aangemerkt.
Er zal een ondergrens van € 30.000 per investeringsdienst gelden. Voor de beoordeling of meerdere diensten als één worden gezien of afzonderlijk, zal de contractuele werkelijkheid leidend zijn. Dit laatste om te voorkomen dat diensten kunstmatig worden opgeknipt om zo onder het drempelbedrag uit te komen.
Tot slot zal de herzieningsperiode niet tien jaar zijn (zoals bij onroerende goederen zelf), maar vijf jaar.
Impact
Als de wijziging wordt doorgevoerd, zal de btw op investeringsdiensten op onroerend goed bij gewijzigd gebruik van het betreffende onroerend goed ook moeten worden herzien. Er is bijvoorbeeld sprake van herziening wanneer het pand binnen de herzieningstermijn wordt verkocht zonder btw.
Ook is er sprake van herziening wanneer de verhuur van het onroerend goed eerst plaatsvindt met btw (short-stay verhuur of keuze voor belaste verhuur) en op een later moment binnen de herzieningstermijn plaatsvindt zonder btw (verhuur van onroerend goed is in beginsel vrijgesteld).
Naast dat de wijziging financiële gevolgen heeft, leidt deze ook tot een administratieve lastenverzwaring. Per onroerend goed moeten de verrichtte diensten namelijk worden bijgehouden.
Hoe HLG accountants en adviseurs kan helpen
Bij HLG accountants en adviseurs hebben we ervaring in het adviseren van ondernemers over btw-vraagstukken op het gebied van onroerend goed. Wij kunnen u ook helpen bij het opzetten van een administratie om de herzieningstermijnen bij te houden.
Auteur: Yonne Derckx, Belastingadviseur