Naar aanleiding van het Kerstarrest van de Hoge Raad wordt met ingang van 2026 een nieuwe regeling ingevoerd voor de berekening van het voordeel uit sparen en beleggen. Voor de tussenliggende jaren 2023 tot en met 2025 is een tijdelijke regeling gevormd. In dit artikel gaan we in op deze regelingen, die de Eerste en Tweede Kamer nog moeten goedkeuren. Daarnaast behandelen we kort de status van het rechtsherstel over de jaren 2017 tot en met 2020.
RECHTSHERSTEL (2017 t/m 2020)
Wanneer u bezwaar heeft gemaakt tegen de heffing over box 3, gaat het rechtsherstel automatisch. In de meeste gevallen heeft u hier al bericht over gehad van de Belastingdienst.
Ook als er op 24 december 2021 nog geen aanslag opgelegd was, of deze nog niet onherroepelijk vast stond, heeft u recht op rechtsherstel. De Belastingdienst legt deze aanslagen momenteel op.
Als u geen bezwaar heeft gemaakt, heeft u helaas geen recht op rechtsherstel. Het kabinet heeft besloten deze groep belastingplichtigen niet tegemoet te komen. De staatssecretaris heeft aangegeven dat verzoeken om ambtshalve vermindering afgewezen worden.
OVERBRUGGINGSREGELING BOX 3
Zoals aangegeven gaat voor de jaren 2023 tot en met 2025 een tijdelijke regeling gelden waarbij de belastingheffing wordt gebaseerd op de werkelijke samenstelling van het vermogen. Het vermogen wordt verdeeld in drie categorieën: banktegoeden, overige bezittingen en schulden.
- Spaargeld wordt belast op basis van de gemiddelde rente in het betreffende belastingjaar.
- Voor beleggingen wordt uitgegaan van het meerjarig gemiddelde rendement.
- Voor schulden geldt de gemiddelde rente op hypotheekschulden in het betreffende belastingjaar.
Met name voor de overige bezittingen is het van belang om het werkelijke rendement te vergelijken met het meerjarig/fictief gemiddelde rendement. Voor 2022 is dit meerjarig/fictief gemiddelde rendement 5,53%. Het is denkbaar dat u vermogensbestanddelen heeft die geen rendement halen van 5,53%. In dat geval sluit de tijdelijke regeling niet aan op het Kerstarrest. Neem contact op met uw relatiebeheerder als dit voor u geldt. Wij kunnen uw situatie dan voor u beoordelen.
Om peildatumarbitrage te voorkomen wordt een maatregel ingevoerd die ervoor zorgt dat het tijdelijk omzetten van vermogensbestanddelen (bijvoorbeeld beleggingen in banktegoeden) geen belastingvoordeel oplevert.
Het tarief voor box 3 wordt voor 2023 32% (2024: 33%, 2025: 34%). Het heffingsvrij vermogen wordt verhoogd naar € 57.000 (€ 114.000 voor partners).
DEFINITIEVE REGELING BOX 3
Vanaf 2026 zal een definitieve nieuwe regeling worden ingevoerd waarbij belasting wordt geheven over het werkelijk behaalde rendement (bijvoorbeeld rente, dividend of huurinkomsten). Daarnaast wordt de vermogensmutatie belast (bijvoorbeeld koersresultaat van beleggingen). De details van deze regeling zijn nog niet bekend.
WIJ HELPEN U GRAAG
Heeft u vragen over de veranderingen in box 3? Wij helpen u graag. Neem contact met ons op via info@hlg.nl of 033-4347200.